voorstel, het Hij deed zijn voorstel tijdens een romantische wandeling. (He made his proposal during a romantic walk.)

  • Hij heeft een voorstel gedaan voor een nieuwe regeling. (He proposed a new regulation.)
  • Ik heb een voorstel voor de verbetering van ons product. (I have a proposal for the improvement of our product.)
  • Zij gaf een fantastische voorstelling van haar schilderijen. (She gave a fantastic presentation of her paintings.)
  • Mijn collega zal een voorstelling geven over de resultaten van ons onderzoek. (My colleague will give a presentation about the results of our research.)

 

  • Kun je me een voorstel geven voor een goed restaurant in deze buurt? (Can you give me a recommendation for a good restaurant in this neighborhood?)
  • Ik vroeg om een voorstel voor een vakantiebestemming. (I asked for a recommendation for a holiday destination.)
  • Hij deed zijn voorstel tijdens een romantische wandeling. (He made his proposal during a romantic walk.)
  • Haar voorstel was onvergetelijk en heel romantisch. (Her proposal was unforgettable and very romantic.)

komentář