Prijsvergelijking – srovnání cen
– *Ik dělat een prijsvergelijking voordat ik iets koop.* (Srovnávám ceny před tím, než něco koupím.)

Vraagprijs – požadovaná cena
– De vraagprijs voor het huis is hoger dan ik had verwacht. (Požadovaná cena za dům je vyšší, než jsem čekal.)

Prijs-kwaliteitverhouding – poměr cena-kvalita
– *Deze laptop heeft een goede prijs-kwaliteitverhouding. (Tento notebook má dobrý poměr cena-kvalita.)

Kostprijs – výrobní cena, náklady
–  Weet je wat de kostprijs van dit product is? (Víte, jaké jsou náklady na výrobu tohoto produktu?)

Winnende prijs – výherní cena
– Hij heeft de winnende prijs in de loterij gewonnen. (Vyhrál výherní cenu v loterii.)

Vaste prijs – pevná cena
– De winkel hanteert vaste prijzen voor al hun producten. (Obchod má pevné ceny na všechny své produkty.)

Prijsdaling – pokles ceny
– De prijsdaling van de benzine was welkom nieuws voor automobilisten. (Pokles cen benzínu byl vítanou zprávou pro řidiče.)

Prijsopgave – cenová nabídka
– We hebben een prijsopgave ontvangen voor de renovatie van ons huis. (Obdrželi jsme cenovou nabídku na renovaci našeho domu.)

• Holand 🇳🇱